‘Hilbert jongen, je moet doorrijden!’ – boek over schaatscoach Pfrommer

Een beroepsmilitair met een enorme passie voor sport en schaatsen in het bijzonder: Leen Pfrommer. Van 1966 tot en met 2001 is hij schaatscoach, met uitzondering van de jaren 1977 tot en met 1984. Hij zou de schaatsport in Nederland niet alleen groot maken maar vooral professionaliseren. Inmiddels is Pfrommer 82 jaar. Vandaag verschijnt er over dat boeiende leven in de schaatssport een boek.

Keiharde trainingsschema’s, een enorme drive en en liefde voor de sport. Zo typeren Gijs en Eelco Hiltermann de sportcoach Pfrommer die jarenlang ook beroepsmilitair was. ’Hij haalde niet alleen de cadetten over om vooral te gaan sporten, maar schotelde ze ook vrijwel dagelijks biefstuk en heel veel groente voor. Als sportofficier aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) had hij al enorm veel affiniteit met alles wat sport te maken had’, vertelt auteur en uitgever Gijs Hiltermann die in de jaren zeventig met Pfrommer samenwerkte.

We gaan in het boek jaren terug. Nederlanders gaan pas een rol van betekenis spelen in het internationale schaatsen, met de komst van de eerste kunstijsbaan in 1961 in Amsterdam. Tot die tijd is het een Scandinavisch en Russisch feestje. In ons landje zijn we tot dan toe teveel afhankelijk geweest van natuurijs.

Met de komst van de televisie is het hek van de dam

In die jaren zestig zijn het onder andere Kees Verkerk, Ard Schenk en Jan Bols die aan de weg timmeren. En als met name de eerste twee, Verkerk en Schenk, kampioenschappen winnen en tevens de televisie zijn intrede doet, is het hek van de dam. Schaatsen wordt een nationale heldensport. Menig Nederlander zit hele weekenden voor de beeldbuis rondetijden bij te houden.

Tot 1966 is Anton Huiskes coach van de herenploeg, opgevolgd door Wim de Graaff. Pfrommer krijgt de eer vanaf 1968. Hij pakt het vernieuwend aan, revolutionair misschien wel en daarmee legt hij de basis voor de huidige professionele schaatssport. Vanaf die tijd tellen de Nederlanders mee en zijn er jaren waarin er nauwelijks een andere nationaliteit tussen komt. Een heel enkele keer een Noor of een Amerikaan, maar daar is alles mee gezegd.

Zijn vernieuwende methodes, waaronder fietsen in de zomer en interval- gecombineerd met duurtrainingen leveren zijn vruchten af. Hij stuwt ermee zowel Ard Schenk als Kees Verkerk naar grote hoogten. In 1971 zet Schenk een prachtig wereldrecord neer op de tien kilometer. Tegenwoordig lachen we om deze tijden, maar doe het maar eens! Op een buitenbaan welteverstaan. Tijdens de Olympische Spelen, een jaar later in Sapporo, wint Schenk de vijf kilometer en de 1500 meter. Niet alleen een kroon op zijn carrière maar ook op die van zijn trainer Pfrommer. De tien kilometer moet dan nog gereden worden en daar kan Pfrommer uitgebreid over verhalen. Er volgt een spannend en intrigerend verhaal waaruit blijkt dat Schenk in dat jaar onverslaanbaar is. Heroïscher kan het niet.

‘Als wij bij het Bislett-stadion binnen kwamen, stond direct een hele zwerm Noorse meiden tussen de twintig en dertig jaar om Ard heen’

Henk Gemser, evenals Pfrommer uit het militaire vak, wordt bij de trainingsploeg ingelijfd en de trainingen worden daarmee nog serieuzer, alhoewel Kees Verkerk er om bekend staat de boel nog wel eens te verstieren. Maar er wordt daarentegen altijd hard getraind, de coach is streng. Alhoewel; als de druk wat minder groot is, bijvoorbeeld tijdens een trainingskamp in Inzell, sluipen de schaatsers nog wel eens het hotel uit om een nachtje op stap te gaan. Kom daar nu nog maar eens om. ’Ik had het natuurlijk heus wel in de gaten’, reageert Pfrommer. Schenk is in die jaren een sekssymbool. Pfrommer: ‘Als wij bij het Bislett-stadion binnen kwamen, stond direct een hele zwerm Noorse meiden tussen de twintig en dertig jaar om Ard heen. Hij werd aanbeden.’ Pfrommer begrijpt dat hij Schenk niet binnen kan houden. Af en toe knijpt hij dus maar een oogje dicht.

Naast alle schaatssuccessen doet in die periode ook de commercie zijn eerste intrede. Schenk verschijnt bij een prijsuitreiking niet in trainingspak op het schavot, maar in een oranje Adidas-jas van zijn sponsor. Het geeft een hoop gedonder, maar het zal nog jaren duren eer schaatsers een beetje geld gaan verdienen met hun prestaties. Pfrommer verdient in die periode overigens 4000 euro bruto, ook geen vetpot. Hij moet het nog altijd van zijn kapiteinsalaris hebben. Conditietrainer Henk Gemser krijgt 1000 gulden.

Na Verkerk en Schenk volgen er nieuwe talenten zoals Harm Kuipers, Hans van Helden en Piet Kleine. Over Leen Pfrommer zegt Kleine: ‘Hij kon zo goed iemand techniek bijbrengen, dat is een kunst op zich. Hij verstond het trainingsvak als geen ander en heeft een heel grote stempel op de schaatssport gedrukt.’ Met Hans van Helden heeft Pfrommer iets heel anders te stellen, daar beleeft hij werkelijk de meest vreemde avonturen mee die uitgebreid uit de doeken worden gedaan. Negen jaar lang blijft Pfrommer coach van de kernploeg. Ontdekt gemakshalve nog even het Amerikaanse talent Eric Heiden. Diane Holms wordt zijn trainster, maar Pfrommer heeft de schema’s.

‘Hilbert jongen, je moet doorrijden!’

In de jaren tachtig is Pfrommer schaatstrainer af en ontpopt zich als co-commentator tijdens schaatswedstrijden. En van daar kennen we de legendarische woorden als Hilbert van der Duim er een ronde te vroeg mee ophoudt: ’Hilbert, jongen, je moet doorrijden! Hilbert je moet doorrijden!’, roept Pfrommer. ‘Je moet nog een ronde, Hilbert van der Duim. Oh jongen, wat ben je nou toch aan het doen, Hilbert van der Duim. Rij nou toch door! Hij denkt dat hij er is. Hilbert, je moet doorrijden jongen, je bent er nog niet. Wat ben je nou toch aan het doen?’

Als coach van Jong Oranje leeft hij zijn passie verder uit. In combinatie met zijn baan van sportofficier bij het leger. Ben van der Burg, Jan Bos, Martin Hersman, Bob de Jong en Falko Zandstra… hij krijgt ze onder zijn hoede. En later ook de damessprintploeg. De strijd met trainer Peter Mueller, de doorbraak van de klapschaats en die van Marianne Timmer en Erben Wennemars. Pfrommer beleeft in die laatste KNSB jaren nog behoorlijk wat successen én stormen. Vanaf 1999 traint hij Noorse schaatstalenten, hij is dan al gepensioneerd. Later volgt de DSB groep, waar de Noorse talenten ook een plaats krijgen. Er zijn zo af en toe onenigheden. Met name wordt Pfrommer een autoritaire houding toegeschreven, maar toch, als Marianne Timmer in 2006 de olympische titel op de 1500 meter in Turijn beleeft, meent ze dat ook Pfrommer daar aan bijgedragen heeft: ondanks de mislukte samenwerking bij DSB: ‘Leen heeft mij structuur, regelmaat en het hard zijn voor mezelf meegegeven.’

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top